Turkse baklava
Turkse baklava
-
Keukens Turkse keuken
-
Basis Deeg / beslag
-
Type gerecht Nagerecht
-
Voor Zoetekauwen
Wat is Turkse baklava?
Baklava (spreek uit: ‘BAK-lah-vah’) is zoete Turkse lekkernij bestaande uit afwisselende laagjes fijngehakte noten en knapperig filodeeg, overgoten met een zoete suikersiroop. De soorten noten verschillen, van walnoten in het koelere noorden tot amandelen en pistachenoten in het zuiden en oosten. Het gerecht wordt in Turkije gegeten als gebakje bij de ochtendkoffie, als koekje bij de thee en als toetje. In de ogen van de Turken is er altijd wel en goed moment te vinden voor een smakelijk stukje baklava.
Niet alleen in Turkije serveert men dit zoete goedje. Het hele Midden-Oosten is ervan gecharmeerd en het gerecht verschijnt dan ook op de koffietafel in landen als Albanië, Azerbeidzjaan en natuurlijk Griekenland.
De vraag wie de baklava als eerste heeft bedacht, houdt de gemoederen flink bezig. Het ligt er maar net aan, aan wie je het vraagt. Het lijkt erop dat de baklava werd bedacht lang voordat individuele landen als Turkije en Griekenland bestonden. Wel is zeker dat het gerecht in Ottomaanse tijden in het Topkapipaleis in Istanbul is verfijnd tot het luchtige, lichte en intens zoete gebakje dat het nu is. Het woord baklava lijkt tevens uit het Turks te komen: baklagi of baklagu betekent zoiets als ‘opstapelen’.
Wist je dat...
Baklava gevuld met pistachenoten is het grootste goed in Turkije. Dat is begrijpelijk aangezien pistachenoten van oudsher – en nu nog steeds – een van de duurste noten zijn.
Bereiding van baklava
Laag voor laag worden vellen filodeeg genereus ingekwast met gesmolten boter en opgestapeld. In het midden komt een dikke laag gehakte noten – pistachenoten, walnoten, amandelen of een mengsel. De ongebakken baklava wordt alvast met een scherp mes in porties gesneden: ruitvormig, vierkant of rond, het maakt in de Turkse keuken niet zoveel uit. Terwijl de baklava in de oven staat, wordt een suikersiroop gemaakt, die er na het bakken over wordt gegoten. Terwijl het gebak afkoelt, trekken smaak en zoetigheid erin.
In Turkije houdt men het graag bij de pure smaken van noten, filodeeg, boter en suiker. Verder dan wat citroensap door de suikersiroop gaat men niet. In andere Midden-Oosterse regionen worden er ook wel subtiele smaakmakers aan de siroop toegevoegd: sinaasappelrasp en kardemom bijvoorbeeld, rozenwater of oranjebloesemwater. Een snufje zout in de vulling geeft tegenwicht aan alle zoetigheid.
How to eat
Je eet baklava altijd op kamertemperatuur. Sterker nog, het gebak mag niet eens in de koelkast worden gezet, want dan stolt de boter en wordt het knapperige filodeeg zompig.
Erbij
Ben je niet zo’n zoetekauw? Sterke thee of koffie kunnen tegenwicht geven aan de intense zoetheid van dit gebakje.
Probeer ook eens
Even zoet, maar gemaakt met honing in plaats van suikersiroop, is Griekse baklava. De Turkse toet kunefe wordt ook met suikerstroop overgoten. In India frituurt men deegballetjes en dompelt ze vervolgens onder in een suikersiroop om het gerecht gulab jamun te maken.