Wat is mangochutney?

Mangochutney is een condiment, een pittig bijgerecht gemaakt van mango’s, die met azijn en specerijen tot een zoetzure of juist pittigzure compote of moes wordt gekookt. Het woord chutney is afgeleid van het Indiase woord chatni, what ‘likken’ betekent en verwijst naar het geluid dat je met je lippen maakt wanneer je iets lekkers eet.

Een authentieke Indiase chatni wordt niet gekookt zoals wij dat gewend zijn. In plaats daarvan worden ongekookte vruchten – mango, appel of banaan, bijvoorbeeld – tot een puree gemalen samen met groene chilipepers, verse kruiden, specerijen, een zuurtje – azijn of tamarindewater – en soms wat suiker. Het verse mengsel wordt direct geserveerd.

Het oorspronkelijke chatnirecept werd in de achttiende eeuw door de Britten mee naar huis gebracht en daar aangepast. Door de ingrediënten te koken in azijn, kon het overschot aan seizoensfruit (en soms ook groente) in de herfst worden ingemaakt en de hele winter worden gegeten. Zo ontstond het condiment die we vandaag de dag als chutney kennen.

Ook in India is men inmiddels gaan variëren met het authentieke recept. Er zijn gekookte en rauwe chutneys; soms zijn ze glad, soms hebben ze grote stukken fruit. Soms worden ze zelfs als ontbijt geserveerd. De hoofdingrediënten zijn uiteenlopend, van pinda’s tot yoghurt, van munt tot kokos.